De laatste weken reageerde de euro amper op de stortvloed aan slechte cijfers. Daarin komt nu verandering, vooral door het groeiende economische verschil tussen die landen die de crisis van het coronavirus goed doorstaan en die landen die het minder goed doen.
De recentste PMI-cijfers (purchasing managers’ index) voor de eurozone wijzen op een volledig lamgelegde economie. De PMI composite-index, die zowel de evolutie van de verwerkende als van de dienstensector volgt, is gekelderd naar 13,5, het laagste niveau ooit. Meer specifiek is de index van de verwerkende sector gedaald tot 33,6 en die van de dienstensector tot 11,7. Deze instorting van de dienstensector is een direct gevolg van de lockdown-maatregelen die in diverse landen van kracht zijn. Met dergelijke cijfers is het niet verwonderlijk dat de groei van de eurozone in het tweede kwartaal erbarmelijk dreigt te zijn. De markt gaat ervan uit dat de activiteit met 9,9% zal krimpen.
Voeg daaraan toe dat Europa opnieuw niet in staat was om een akkoord te bereiken over een herstelprogramma voor de periode na de coronacrisis, wat de kans op een terugkeer van het politieke risico in de eurozone doet groeien. Twee weken geleden hebben de staatshoofden en regeringsleiders het door de eurogroep voorgestelde pakket van steunmaatregelen op korte termijn voor een bedrag van 540 miljard euro goedgekeurd. Ze werden het echter niet eens over het financieringsmechanisme voor het herstelplan. De bal ligt nu in het kamp van de Europese Commissie, die op 6 mei een volledig ondersteuningsprogramma voor het herstel van de economie moet voorstellen. Tot nu toe weten we alleen dat dit zowel op leningen als op solidariteitsbijdragen gebaseerd zal zijn. Het behoeft geen betoog dat de landen van het zuiden van Europa, zoals Italië en Spanje, de voorkeur geven aan solidariteitsbijdragen, die het voordeel bieden dat ze de openbare schuld niet verhogen, terwijl de landen uit het noorden, met Nederland voorop, de voorkeur geven aan leningen. Kortom, de Europese politieke chaos is nog lang niet opgelost.
Het feit dat de recessie in de eurozone groter is dan in andere regio's van de wereld en dat de politieke reactie op de crisis bijzonder traag verliep, versterkt onze neerwaartse visie voor de euro in de komende weken en maanden. De samenvloeiing van deze twee factoren heeft eind vorige week de euro naar zijn laagste punt geduwd, namelijk 1,0735, een niveau dat sinds eind maart niet meer was bereikt. Zelfs als de ECB zijn verantwoordelijkheid opneemt en nog voor eind juni zijn opkoopprogramma versterkt, kan de bank niet op tegen de gecombineerde slagkracht van de Federal Reserve en de Amerikaanse Treasury. We behouden onze doelstelling voor het EUR/USD-paar op 1,06 op middellange termijn, met een tussentijdse doelstelling van 1,0636, wat een cruciaal steunniveau voor deze cross van valuta's is.
Ook tegenover de yen, de andere veilige waarde op dit moment, zal de neerwaartse tendens van de euro zich waarschijnlijk voorzetten. Het EUR/JPY-paar heeft sinds het begin van het jaar bijna 5% verloren en is op een maand tijd met bijna 3,2% gedaald. De doelstelling van 116 die we ons hadden gesteld, werd vorige week bereikt, met een dieptepunt deze week van 115,54. Het paar zal waarschijnlijk verder terrein verliezen en terugzakken tot het niveau van 2016, toen de wereldeconomie werd afgestraft door de vertraging in de Chinese groei en het risico op deflatie, wat op middellange termijn een doelstelling van 113 geeft. Dit scenario wordt ook door de technische analyse bevestigd, want het EUR/JPY-paar evolueert aanzienlijk onder de belangrijkste voortschrijdende gemiddelde waarden op 100 dagen en op 200 dagen.
Het EUR/CHF-paar daarentegen blijft perfect stabiel, zoals we de laatste weken hebben gezien, wat de doeltreffendheid van de herhaalde tussenkomsten van de Banque Nationale Suisse (BNS) bevestigt. Volgens onze laatste telling, die we regelmatig bijhouden, heeft de BNS in de tweede week van april slechts 3 miljard Zwitserse frank (CHF) uitgegeven om de koers van 1,05 te verdedigen, terwijl de bank sinds het begin van de coronacrisis gemiddeld meer dan het dubbele heeft uitgegeven. Dat wijst er meestal op dat de koopdruk op de CHF tijdelijk afgenomen is.
Economische kalender:
- 28/04 USD Consumentenvertrouwen van Conference Board in de VS
- 29/04 USD Vergadering van de Amerikaanse centrale bank (status quo verwacht)
- 30/04 USD Vergadering van de Europese centrale bank (status quo verwacht)
Deze column is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.
Topics