GBP: wat zal 2024 ons brengen?

Post Picture
Post Picture

Publication date

Hoe zal de koers van het Britse pond ontwikkelen in 2024? Om dat uit te zoeken, bespreken we de voornaamste risicofactoren die de valutamarkt de komende maanden kunnen beïnvloeden, de prognoses van onze analisten en de belangrijke data om op te volgen.

 

 

De voornaamste risicofactoren in 2024

Een gevaarlijkere en onzekere wereld

2024 wordt het jaar van het geïsoleerde geopolitieke risico. Alles begon in het Nabije Oosten op 7 oktober 2023. Sindsdien loopt de spanning op steeds meer plekken op: China/Taiwan, China/Filipijnen, Iran/Pakistan, Rusland/Oekraïne, Venezuela/Guyana enzovoort.

Daar komt nog een intense verkiezingsperiode bovenop. Meer dan 40% van het wereldwijde bbp kan door verkiezingen onder ander bewind komen:

 

  • Met name de verkiezingen van 5 november in de Verenigde Staten zijn erg belangrijk. Het resultaat van die verkiezingen zou namelijk een kentering kunnen betekenen voor de oorlog in Oekraïne. Maar ze zijn niet de enige stemming die ertoe doet.
  • Bij de Turkse verkiezingen van 31 maart zal de AKP, die momenteel aan de macht is, vermoedelijk opnieuw als winnaar uit de bus komen in Istanboel en Ankara.
  • Bij de Indische parlementsverkiezingen in april en mei wordt verwacht dat de partij van de huidige eerste minister Narendra Modi een verpletterende overwinning zal behalen.
  • Er komen ook Europese verkiezingen, en in het tweede semester is het bovendien tijd voor parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk, waar deze keer wordt verwacht dat de Labourpartij aan het langste eind zal trekken.
  • Ten slotte zullen we vermoedelijk vervroegde parlementsverkiezingen zien in Israël met het vertrek van premier Benyamin Netanyahou tot gevolg, wat een belangrijk keerpunt zou betekenen in het conflict.

 

Eind 2024 zal de wereld er volledig anders uitzien.

 

De kanalen lopen gevaar

Al decennialang denken we dat de commerciële routes veilig zijn. Dat is evenwel niet langer het geval. De zee-engte die toegang biedt tot de Rode Zee, waar normaal wel 21% van de wereldwijde containerhandel door passeert, is niet meer bevaarbaar door het asymmetrische conflict tussen de door Iran gesteunde Houthi-rebellen en een internationale coalitie die onder meer Frankrijk onder haar leden telt. De schepen moeten omvaren via Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Dat jaagt de vrachtkosten de hoogte in, maar is niet voldoende om de inflatie weer aan te zwengelen. Volgens een studie van de Bank of England die verscheen in januari, zou zelfs een blokkering van de doorgang via de Rode Zee gedurende het volledige jaar 2024 slechts leiden tot 0,4% à 0,6% meer inflatie. Dat is beperkt. Het zou er daarentegen wel toe kunnen leiden dat de havens opgestopt geraken, net zoals tijdens de coronapandemie, wat zeker in Europa nefast is voor de productieketens.

 

Ook Azië is niet meer veilig. De Oost-Aziatische waterwegen via de Straat van Taiwan en de Zuid-Chinese Zee, waar 40% van de EU-export gebruik van maakt, zouden gevaarlijker kunnen worden door de toenemende spanningen tussen China en zijn buurlanden (Taiwan en de Filipijnen) over de onafhankelijkheid van verscheidene eilanden en atollen. We mogen ook de klimaatverandering niet uit het oog verliezen.

Door een ongeziene droogte is het Panamakanaal niet meer volledig operationeel.

 

Veilig goederenvervoer wordt een structurerend onderwerp voor de markten en de economie.Dat is nieuw.

 

Een afwijkende monetaire cyclus

De beleidsrente gaat dalen in 2024. Dat is het enige dat zeker is. Wanneer? Met hoeveel? Daar wringt het schoentje.

 

Er gaapt een brede kloof tussen de verwachtingen van de markt en het betoog van de centrale banken. De valutamarkt rekent erop dat de rente aan beide zijden van de Atlantische Oceaan dit jaar met ongeveer 150-160 basispunten zal dalen.

 

De centrale bankiers zijn daar nog niet zo zeker van en gaan eerder uit van een krimp met 50-75 basispunten.

 

Dat is een verschil van bijna 100 basispunten. Een van de twee vergist zich, en wij denken dat het de valutamarkt is. Die verwacht een agressieve rentedalingscyclus, in lijn met wat we in het verleden zagen. Er is deze keer evenwel een groot verschil: we bevinden ons niet in een recessie.

 

Het heeft dan ook geen zin om stevig in de rente te gaan snoeien. Of dat is toch wat de centrale banken zeggen. Deze cyclus is anders. Het gaat even duren voordat de beurzen hun verwachtingen neerwaarts bijstellen.

 

Dat zal minstens leiden tot meer volatiliteit in de wisselkoersen.

 

GBP: Veerkrachtige oude dame

Geopolitiek risico is het pond sterling (GBP) niet vreemd. Sinds de creatie van de munt in de elfde eeuw heeft ze al heel wat crisissen doorgemaakt. De recentste dateert van 23 juni 2016, toen het Verenigd Koninkrijk na een referendum onverwacht besliste om de Europese Unie (EU) te verlaten. Het Britse pond verloor meteen terrein. Alle of bijna alle analisten hadden verwacht dat de munt langdurig zou dalen door de economische schokken naar aanleiding van de brexit. Sommigen kondigden zelfs aan dat het pond sterling een groeilandvaluta zou worden.

 

Acht jaar later moeten we toegeven dat het anders is uitgedraaid. Het land heeft sinds James Cameron (2010-2016) al drie eerste ministers gekend, een staaltje politieke instabiliteit dat zelden voorvalt in de Engelse politiek, en kreeg sindsdien te maken met de coronacrisis, het daadwerkelijke vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU in 2020, de oorlog in Oekraïne in 2022 en de torenhoge inflatie (piek van 11,1% in oktober 2022), en toch houdt het Britse pond stand. Het is verbijsterend.

 

Sinds het referendum schommelt het pond sterling nagenoeg onafgebroken tussen 0,82 en 0,90. Dat is een kleine vork, zeker als we in aanmerking nemen dat het over een termijn van bijna acht jaar gaat en er tijdens die periode heel wat risicofactoren een rol speelden.

 

Sinds enkele maanden is de vork nog gekrompen. De schommeling vindt nu plaats tussen 0,85 en 0,88, en we zien niets dat daar in de komende maanden verandering in zou kunnen brengen. We verwachten dat de Britse munt het grootste deel van 2024 lateraal zal ontwikkelen.

 

Het monetaire beleid zal het verschil niet maken. De Bank of England (Britse centrale bank) en de Europese Centrale Bank (ECB) zitten op dezelfde lijn. De beleidsrente (of kortetermijnrente) moet dalen om de economische activiteit in 2024 te schragen. Dat staat niet ter discussie. Maar het zal vast en zeker later en minder ingrijpend gebeuren dan de markt had verwacht. In het Verenigd Koninkrijk is dat normaal, aangezien de inflatie nog steeds de pan uit rijst, zowel doordat de inflatie in de dienstensector nog een stuk hoger ligt dan gemiddeld het geval was vóór corona als door het optreden van een loon-prijsspiraal. In de eurozone is dat te wijten aan de steeds terugkerende buitensporige voorzichtigheid als er aan het monetaire beleid moet worden gesleuteld. Toen corona het aanbod deed teruglopen, heeft de ECB de rente te laat opgetrokken om de inflatie tegen te houden. Ze loopt nu ook het risico te laat te handelen om de groei te schragen, hoewel tal van alarmerende signalen doen vrezen voor een recessie. Zo zal Duitsland vermoedelijk het hele jaar gebukt gaan onder een recessie, kent Frankrijk amper groei, worden er minder bedrijfskredieten toegekend enzovoort. Wie van de twee uiteindelijk als eerste in de rente snoeit, zal weinig invloed hebben op de wisselkoers. Een kloof van enkele maanden heeft gewoonlijk weinig gevolgen voor de deviezen.

 

Ook het geopolitieke risico zou er niet toe mogen leiden dat de vork wijzigt. Van oudsher leiden geopolitieke aspecten tot meer volatiliteit en bij beperkte liquiditeit zelfs tot erg sterke schommelingen (flash crash). Dat wordt evenwel vaak beschouwd als een instapmoment voor kopers. Het is bekend dat het effect van geopolitieke risico's op de valutamarkt in de loop der tijd wordt uitgevlakt, soms zelfs al na enkele weken.

 

Ten slotte is de kans ook gering dat de economische ontwikkeling de wisselkoers van het Britse pond sterk zal beïnvloeden. De brexit heeft niet geleid tot de verwachte crisis. Dat wil niet zeggen dat er geen nevenschade was: moeilijkheden op het vlak van transport, inflatie, tijdelijke tekorten aan bepaalde goederen enzovoort. Globaal genomen, blijft het Verenigd Koninkrijk evenwel aantrekkelijk. Het slechtste scenario wordt niet altijd bewaarheid. Dat is een belangrijke les om te onthouden. We verwachten dat het Verenigd Koninkrijk dit jaar 0,3% groei laat optekenen, tegenover 0,5% voor de eurozone. Een verschil van twintig basispunten is niet voldoende om een effect te hebben op de wisselkoers, zeker niet wanneer het om zo'n beperkte groei gaat. Dat is verwaarloosbaar.

 

We denken dan ook dat het Britse pond in 2024 blijk zal blijven geven van indrukwekkende stabiliteit.

 

Belangrijke data om op te volgen

 

Tweede semester: Vervroegde parlementsverkiezingen. In januari kondigde eerste minister Rishi Sunak, die slecht scoort bij het Britse publiek na verscheidene schandalen en heel wat machtserosie ervaart, vervroegde parlementsverkiezingen aan. De recentste opiniepeilingen wijzen erop dat de conservatieven hun plaats zullen moeten afstaan aan de Labourpartij onder leiding van Keir Starmer, een advocaat die zich toelegt op de Rechten van de Mens. Die laatsten kunnen misschien zelfs een absolute meerderheid behalen in het parlement. Dat zou grote gevolgen hebben, zowel voor het economische beleid als voor de internationale relaties. De leden van de Labourpartij zijn bijvoorbeeld een stuk minder eensgezind dan de conservatieven wat het Amerikaanse buitenlandse beleid betreft.

Topics