Internationalisering is voor elke onderneming ontegensprekelijk een goede groeimotor, en vaak is de Amerikaanse markt door zijn grootte een van de eerste nieuwe markten die een onderneming wil aanboren als ze naar het buitenland kijkt. Exporteren naar de Verenigde Staten houdt echter behoorlijk wat uitdagingen in. Een daarvan is een lokale bankrekening openen. De stappen die het vergt om bij een Amerikaanse bank een lokale rekening te openen en daarna winst te repatriëren, zijn vaak ingewikkeld en tijdrovend.
Naargelang de methode die een onderneming kiest om de afzetmarkt voor haar producten en diensten uit te breiden, kan zij op tal van drempels stoten, zeker zodra de inkomsten beginnen te komen (uit verkopen in USD aan klanten in de VS, zowel B2B- als B2C-verkopen).
Om in de Verenigde Staten een onderneming te openen, moet je immers een lokale rekening hebben bij een traditionele Amerikaanse bank. In wezen is dat niet bepaald een ingrijpende stap, maar toch kan die om drie redenen al snel een probleem opleveren:
Daarnaast moet er op het uitgestrekte Amerikaanse grondgebied met maar liefst vijftig staten ook een distributienetwerk op poten worden gezet. Om een groot deel van deze enorme markt te bestrijken, openen ondernemingen vaak meerdere filialen en bouwen ze een lokaal netwerk op. Maar ook dat heeft ingrijpende gevolgen op bancair vlak.
Meestal heeft elke dochteronderneming immers een aparte bankrekening nodig. En dat betekent dat het aantal drempels die we al hebben genoemd, nog eens worden vermenigvuldigd met het aantal lokale vestigingen.
Hoe groter de structuur van de dochterondernemingen, hoe meer bankrekeningen en onderlinge geldstromen binnen de groep er moeten worden beheerd, wat de boekhouding ingewikkelder maakt en vooral extra kosten met zich meebrengt. Verder zullen die rekeningen ook moeten worden samengevoegd of zullen de middelen moeten worden gerepatrieerd. Kortom, een groot aantal transacties, waar ook een kostenplaatje aan vasthangt.
Naast het klassieke scenario van ondernemingen die ervoor kiezen uit te breiden via dochterondernemingen, zijn er ook firma's die liever vertrouwen op de kracht van marktplaatsen. We denken daarbij dan uiteraard aan Amazon, maar ook aan Walmart, Ebay, Etsy, Target, Overstock, Mercari en nog vele andere.
In de praktijk ondersteunen die marktplaatsen betalingsmodules van derden: PayPal, Stripe, AmazonPay … Het zijn die leveranciers van betaaldiensten (vaak 'payment service providers' of PSP's genoemd) die de transactie mogelijk maken: de klant betaalt met zijn lokale middelen (bijvoorbeeld een Amerikaanse kredietkaart voor een betaling in USD) en de verkoper ontvangt de inkomsten uit zijn verkopen (hetzij op een lokale rekening in de VS, hetzij op een buitenlandse rekening in USD, hetzij op een rekening in euro in het buitenland).
In alle drie de gevallen is de verkoper gebonden aan de werkwijze van de PSP:
Als de verkoper geen rekening in Amerikaanse dollar, maar wel een rekening in euro in het buitenland heeft, komt daar, naast de vertragingen en de kosten van internationale betalingen, ook nog eens het nadeel van een opgelegde en hoge wisselkoers (2 tot 5%) bij.
Bij iBanFirst helpen we ondernemingen zich internationaal te ontwikkelen door wat anders complex en moeilijk is, makkelijk en mogelijk te maken.
Daarom bieden wij elke onderneming die zich op de Amerikaanse markt wil begeven, de mogelijkheid voor om op een eenvoudige manier een lokale rekening in USD te openen en tegelijk te profiteren van de kracht van het iBanFirst-netwerk om:
Kortom, met een lokale rekening van iBanFirst in de VS naast Europese iBanFirst-rekeningen kunnen onze klanten de complexiteit en de kosten van traditionele oplossingen omzeilen en gebruikmaken van de flexibiliteit en snelheid van uitvoering die zij nodig hebben om hun ambities te verwezenlijken.