De nieuwe Britse premier Rishi Sunak heeft in tegenstelling tot zijn voorganger Liz Truss geen spectaculaire plannen om de economische malaise en hoge inflatie aan te pakken. Maar met die afwachtende houding, heeft hij zijn riante salaris nu al dubbel en dwars terugverdiend.
Toen Rishi Sunak deze zomer campagne voerde voor het premierschap, gingen de gesprekken vaak al over geld. Met een geschat vermogen van 730 miljoen pond is Sunak namelijk nog rijker dan koning Charles, die hem begin deze week beëdigde. Voordat hij de politiek inging, werkte Sunak onder meer als analist bij zakenbank Goldman Sachs en was hij partner bij enkele zeer winstgevende hedgefondsen. Hoewel hij voor zijn dertigste multimiljonair was, is het overgrote deel van het vermogen echter afkomstig van zijn vrouw. Het belang van Akshata Murty in het door haar vader opgerichte it-bedrijf Infosys is namelijk honderden miljoenen ponden waard. Zo bekeken, is het zijn huidige salaris slechts een hongerloontje.
Hongerloon of topsalaris?
Het jaarsalaris voor een Britse premier is 164.080 pond. Daar komt nog een bedrag van maximaal 115.000 pond bovenop als vergoeding voor de kosten die hij maakt voor zijn publieke optredens. Samen is dat 279.080 pond, oftewel ruim 320.000 euro. Voor een dergelijke vergoeding zou je verwachten dat Sunak meteen na zijn aantreden in een gloedvol betoog uiteen zou zetten welke koers hij gaat varen. Des te meer omdat hij tijdens zijn strijd om het premierschap tegen Truss alle gelegenheid had om zich te verdiepen in de problemen waar het Verenigd Koninkrijk mee kampt. Het heeft er namelijk alle schijn van dat het land in een diepe recessie terecht is gekomen, terwijl de inflatie is opgelopen tot meer dan 13 procent.
2 miljard pond in 81 seconden
In plaats daarvan vertelde hij in een korte, sombere toespraak dat het land een heel lastige tijd tegemoet gaat. Tijdens de 81 seconden dat de redevoering duurde, maakte hij bovendien geen duidelijk plan van aanpak bekend. Gevoelsmatig was dat een afknapper. Maar in financieel opzicht kent het premierschap van Sunak een vliegende start. Op de kapitaalmarkt is de rente op Britse 10 jaars-staatsleningen gedaald van ruim 4 naar minder dan 3,6 procent. Dat lijkt misschien niet veel. Maar dat beeld verandert als je bedenkt dat het land de komende twee jaar ongeveer 500 miljard moet lenen voor het oversluiten van aflopende staatsleningen en het dichten van het begrotingstekort. Zonder dat kleine renteverschil, zou het Verenigd Koninkrijk mogelijk op jaarbasis 2 miljard pond meer kwijt zijn aan rentelasten.
Pond in rustiger vaarwater
Het voordeel echoot ook rechtstreeks door in de economie. De hypotheektarieven zijn namelijk gekoppeld aan de kapitaalmarktrente. Elk pond dat Britten volgend jaar niet kwijt zijn aan hypotheekrente, uitgeven aan andere zaken. In tegenstelling tot Truss, straalt Sunak vooral rust en voorspelbaarheid uit. Dat zijn twee zaken die op financiële markten zeer gewaardeerd worden. Zolang hij stapsgewijs te werk gaat en geen dure, hoogdravende plannen lanceert om de problemen aan te pakken, kan de rente mogelijk wat verder dalen. Ondertussen is het Britse pond op valutamarkten tot rust gekomen, na een heftige koersdaling in augustus gevolgd door een stevig herstel. Hoewel het bewind van Sunak zich nog niet onderscheid door daadkrachtige woorden of daden, verdient hij volgens de financiële en valutawereld duidelijk het voordeel van de twijfel.
Topics