Het coronavirus maakt steeds meer slachtoffers en creëert veel onrust. Op de valutamarkt moeten vooral de munten uit opkomende landen het ontgelden. Dat heeft alles te maken met prijsdalingen voor grondstoffen zoals koffie en olie.
De corona-uitbraak beheerst de nieuwsstroom. Daarbij verschuift de aandacht van de ziekte zelf en het groeiend aantal besmettingsgevallen, naar de impact die het virus heeft op het openbare leven. Winkels lopen veel omzet mis doordat Chinezen zoveel mogelijk binnenblijven. Die klap komt des te harder aan omdat consumentenuitgaven altijd flink toenamen in de periode rondom Chinees Nieuwjaar. De centrale bank pompt tientallen miljarden euro’s in de economie om te voorkomen dat het groeitempo te snel afneemt.
Op valutamarkten worden met name munten van opkomende landen hard geraakt door de corona-uitbraak. Voor een deel heeft dat te maken doordat veel partijen de veiligheid opzoeken van de dollar en andere harde valuta’s. Aan de andere kant laten ook de indirecte gevolgen zich voelen. De koffieprijs is bijvoorbeeld met 18% gedaald, aangezien grote koffieketens duizenden Chinese vestigingen hebben gesloten. Dat is een tegenvaller voor koffie-exporteur Brazilië. Dat land exporteert ook industriële metalen, waarvan de prijzen eveneens flink zijn gedaald door de groeivertraging in China. De Braziliaanse real is dan ook binnen enkele weken met 6% onderuit gegaan ten opzichte van de dollar.
Olielanden worden op de valutamarkt eveneens het slachtoffer van het coronavirus. China is de grootste olie-importeur ter wereld. Het vooruitzicht dat de inwoners in dat land voorlopig minder vaak de weg opgaan, heeft de olieprijs met ongeveer 14% omlaag geduwd. Hierdoor daalde de Russische roebel in de laatste drie weken van januari met 5% ten opzichte van de dollar. De daling van de Chinese renminbi zelf valt echter heel erg mee in vergelijking met andere opkomende munten. Ten opzichte van de dollar blijft de terugval beperkt tot ongeveer 2%.
Kleine beweegruimte
Een belangrijke oorzaak van de opvallend kleine daling, is de zeer krappe beweegruimte die de munt van de Chinese machthebbers krijgt. Om te voorkomen dat speculanten een aanval op de renminbi wagen, mag de munt maar een klein beetje schommelen ten opzichte van de dollar. Wie zaken wil doen in China, kan alleen met overheidstoestemming grote bedragen omzetten naar of van de renminbi. Deze aanpak was voor de Verenigde Staten aanleiding om het land te bestempelen als valutamanipulator. Als onderdeel van het handelsakkoord tussen beide landen, werd die beschuldiging overigens in januari weer ingetrokken.
Inhaalslag komt eraan
De kans is groot dat de renminbi in de toekomst steeds meer beweegruimte krijgt. China is al jarenlang bezig om de economische macht op het internationale podium uit te breiden. Dat wordt een stuk makkelijker met een eigen, onafhankelijke munt. In de toekomst kan een crisis zoals corona dan ook leiden tot fellere koersbewegingen van de renminbi. Het stapsgewijs vrijgeven van deze munt is echter een jarenlang proces. Het lijkt erop dat andere opkomende landen eerst de show gaan stelen op de valutamarkt, als over enige tijd de corona-uitbraak is beteugeld.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.