De nieuwe Britse premier Liz Truss gaat de belasting verlagen en huishoudens compenseren voor hoge energieprijzen. De economie kan wel een steun in de rug gebruiken, maar op de valutamarkt gaat de aandacht uit naar het prijskaartje van de plannen.
Afgelopen maandag waren er maar liefst vijf nieuwe werknemers op kantoor om kennis te maken met hun collega’s en om hun nieuwe werkplek te ontdekken. Op de eerste dagen is het altijd even wennen, aftasten en kijken hoe je je draai kunt vinden. In het Verenigd Koninkrijk kan Liz Truss alleen maar dromen van een rustige inwerkperiode. De opvolgster van premier Boris Johnson moet meteen vol aan de bak. Het eiland gaat gebukt onder torenhoge inflatie, razendsnel stijgende energieprijzen en een economie die zo sterk afkoelt dat een recessie haast onvermijdelijk is. In plaats van uit te vogelen hoe het tosti-ijzer op haar nieuwe kantoor werkt, is Truss aan de slag gegaan met maatregelen om de energiekosten voor huishoudens te bevriezen en met een groot pakket belastingverlagingen.
Wie gaat dat betalen?
Beide plannen zijn erop gericht om Britse huishoudens op korte termijn wat lucht te geven. Met name een felle stijging van de stookkosten zorgt ervoor dat de inflatie op het eiland volgens zakenbank Goldman Sachs binnen enkele maanden kan oplopen tot meer dan 22 procent. Het is volledig terecht dat Truss maatregelen wil nemen om de koopkracht van huishoudens te beschermen. Want de snelle daling daarvan is veruit de belangrijkste reden dat het consumentenvertrouwen de afgelopen maanden telkens weer een nieuw laagterecord vestigt. Vanuit politiek en sociaal oogpunt lijken de plannen van Truss een goede zet. In de financiële en valutawereld gaat de aandacht vooral uit naar het prijskaartje dat daaraan hangt.
Schuldproblemen in het VK
De Britse staatsschuld is momenteel even groot als het bbp. Ter vergelijking: in Nederland is dat minder dan 60 procent en in Duitsland ongeveer 67 procent. Het vooruitzicht van fors oplopende overheidsuitgaven in combinatie met de glijvlucht van het pond, maken de zoektocht naar nieuw kapitaal voor het financieren van het overheidstekort een stuk lastiger. Als vergoeding voor het toenemende risico is de rentevergoeding voor een Britse staatslening met een looptijd van tien jaar omhoog geschoten van bijna nul begin 2020 tot meer dan 3 procent nu. Een macro-econoom van het Japanse Mizuho voorspelde begin deze week dat het Verenigd Koninkrijk mogelijk net als in 1976 bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moet aankloppen voor een steunpakket of dat het pond keihard onderuit gaat.
Doorgeslagen pessimisme
Eerlijk is eerlijk: op de korte termijn gaat de Britse economie een lastige periode door. Maar juist omdat de vooruitzichten zo slecht zijn, schieten markten door in pessimisme. Na de democratische zege in zowel de presidents- als senaatverkiezingen in 2020 sorteerden valutamarkten er bijvoorbeeld al op voor dat de dollar onder druk zou komen door hogere overheidsuitgaven. In 2022 is de Amerikaanse munt ten opzichte van bijna alle andere valuta’s echter gestegen tot het hoogste niveau in jaren. De geschiedenis leert dat de Britse economie niet zomaar mag worden afgeschreven. Vorig jaar klom het land bijvoorbeeld veel sneller uit de coronadip dan de rest van de ontwikkelde wereld.
_________________________
iBanFirst is een internationale betalingsinstelling die een online platform aanbiedt voor transacties in vreemde valuta. Als alternatief voor de traditionele bank biedt iBanFirst een unieke betalingservaring en een pakket aan financiële diensten.
Dankzij iBanFirst kunnen financiële departementen betalingen uitvoeren in elke valuta, valutarisico’s afdekken en hun internationale groei financieren.
In 2021 hebben onze klanten gezamenlijk meer dan 50 miljoen euro bespaard op hun internationale betalingen. Benieuwd hoeveel uw bedrijf kan besparen op bankkosten? Bereken het zelf met onze besparingscalculator: