De Golfstaten hebben zichzelf op sportief vlak behoorlijk op de kaart gezet. Op de valutamarkt springen de munten uit deze regio eruit door de wel zeer hoge nominale waarde.
Vandaag mag Max Verstappen op het FIA-gaa de trofee ophalen als winnaar van het Formule 1-seizoen, dat zondag op spectaculaire wijze in Abu Dhabi werd afgesloten. Daarvoor werd er in dezelfde regio op 5 december geracet in het Saoedische Jeddah en in november was er een race in Qatar. Het raceseizoen ging bovendien op 28 maart van start op het circuit van Bahrein. Als het aan Verstappen ligt, zou hij veel liever zijn geldprijs in Bahreinse dinars laten uitbetalen dan in euro’s. De munt uit de Golfstaat is namelijk maar liefst 2,35 euro waard. En daarmee spant deze dinarvariant niet eens de kroon.
Bakken met geld, toch?
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta’s niet meerekent. De hoge waarde van de munten uit Koeweit en Bahrein lijkt veel kracht uit te stralen. Dat past bij het beeld van de olierijkdom in de Golfregio. Maar de werkelijkheid steekt anders in elkaar. Koeweit maakte bijvoorbeeld in augustus bekend dat het begrotingstekort in boekjaar 2020/2021 bijna is verdrievoudigd naar 10,8 miljard dinars. Dat is meer dan 30 miljard euro, oftewel het hoogste niveau ooit. Dat grote tekort heeft alles te maken met de felle daling van de olieprijs in het voorjaar van 2020. In de periode na de virusuitbraak daalde de prijs van een vat Brent-olie van ruim 60 tot even minder dan 20 dollar.
Zo dicht je een begrotingsgat
In het overgrote deel van de wereld worden dit soort tekort gedicht door het uitschrijven van een nieuwe staatslening. Toch lag het in Koeweit lange tijd heel gevoelig om externe partijen om geld te vragen. In plaats daarvan kiest het land er liever voor om olieactiva te verkopen aan het eigen staatsfonds. Bahrein heeft daar minder moeite mee. De eilandstaat heeft dit jaar miljarden euro’s aan staatsleningen uitgegeven om het begrotingstekort te dichten. Bij het huidige beleid, heeft Bahrein volgens het IMF pas bij een olieprijs van 88 dollar per vat een sluitende begroting. Dat verklaart waarom er via een geleidelijke belastingverhoging stappen gezet worden om de staatsfinanciën op orde te brengen.
Agendapuntje: 20 maart 2022
Voorlopig maakt Bahrein geen haast met fiscale en begrotingsmaatregelen, aangezien het land zich gesteund weet door het grote buurland Saoedi-Arabië. Samen met andere Golfstaten sprong dat land in 2018 bij met een hulppakket van 10 miljard dollar om de economie van Bahrein op de rails te houden. Dat is een van de redenen waarom de Bahreinse dinar de koppeling met de dollar kon vasthouden. Zolang de olieprijs rond een niveau van 70 dollar per vat schommelt, is de Bahreinse dollar een van de duurste munten ter wereld en kijken Formule 1-fans er niet raar van op dat het nieuwe seizoen op 20 maart in Bahrein van start gaat. En als de olieprijs fel daalt? Dan gaat de aandacht van de financiële wereld uit naar heel andere zaken dan de F1-kalender en de Bahreinse dinar.
_________________________
Over iBanFirst
iBanFirst is een internationale betalingsinstelling die een online platform aanbiedt voor transacties in vreemde valuta. Als alternatief voor de traditionele bank biedt iBanFirst een unieke betalingservaring en een pakket aan financiële diensten.
Dankzij iBanFirst kunnen financiële departementen betalingen uitvoeren in elke valuta, valutarisico’s afdekken en hun internationale groei financieren.
In 2020 hebben onze klanten gezamenlijk meer dan 50 miljoen euro bespaard op hun internationale betalingen. Benieuwd hoeveel uw bedrijf kan besparen op bankkosten? Bereken het zelf met onze besparingscalculator: