Frank en vrij? In Zwitserland klopt daar niets van!

Post Picture
Post Picture

Publication date

In de valutawereld zijn alle ogen dit jaar gericht op de centrale banken: hoe snel en daadkrachtig treden die op tegen de oplaaiende inflatie? De Bank of England was eind vorig jaar de eerste centrale bank die in actie kwam. Inmiddels zijn er aan de overkant van het Kanaal al vijf renteverhogingen doorgevoerd.

De meest daadkrachtige zet komt van de Federal Reserve, die eerder deze maand voor het eerst sinds 1994 de Amerikaanse rente in één klap met driekwart procent verhoogde. Europa hobbelt overal weer eens achteraan. Het is al heel wat dat de ECB heeft aangekondigd dat de rente volgende maand eindelijk in beweging komt. Maar de grootste verrassing komt uit Zwitserland.

Daar heeft de Swiss National Bank (SNB) de beleidsrente voor het eerst in vijftien jaar verhoogd. Niet alleen het moment van de bijstelling was onverwacht, maar ook de omvang ervan. De rente in Zwitserland werd met maar liefst een half procent gestegen. De SNB zinspeelde zelfs op nog meer renteverhogingen in de komende maanden.

Opvallende koerswijziging
Dat is een behoorlijke koerswijziging. Tot voorkort was de centrale bank van Zwitserland samen met die van Japan namelijk de enige ter wereld die niet de wens had geuit om de rente te verhogen. Met de rentezet wordt de lijst van Zwitserse zaken waar we in Nederland alleen maar met jaloezie naar kunnen kijken steeds langer: prachtige bergen, heerlijke chocolade en een lage inflatie.

Terwijl de inflatie in Nederland bijna de 10 procent aantikt, ligt dat percentage in het Alpenland onder de 3 procent. Die redenen waren begin april al een mooi onderwerp voor een column. Voor wie geen zin heeft om die terug te zoeken, zijn is dit de lijst in het kort: dankzij kerncentrales en waterkracht heeft het land geen last van hogere energieprijzen, gedwongen premieverlagingen van ziektekostenverzekeraars en een dure frank.

De rentezet van de SNB zorgde echter voor weinig vuurwerk op valutamarkten. Een stijgende rente zorgt er gebruikelijk voor dat het aantrekkelijker wordt om vermogen aan te houden in een bepaalde valuta. Alhoewel bij het huidige tarief van -0,25 procent nog weinig partijen hiervoor staan te dringen, verlaagt het wel de drempel voor wie uit onzekerheid over het financiële klimaat wil uitwijken naar de Zwitserse frank.

10 procent hoger in euro’s
De munt geldt als veilige haven dankzij een sterke banksector, een binnenlandse economie die niet snel verstoord wordt door externe factoren en een voorzichtige centrale bank. Die eigenschappen zijn een voorname reden waarom de frank sinds september vorig jaar met bijna 10 procent is gestegen ten opzichte van de euro. Hoewel de frank in theorie de wind in de rug blijft houden, ziet de praktijk er anders uit.

Zodra de grens van 1 euro doorbroken dreigt te worden, trapt de SNB keihard op de rem. De centrale bank streeft in dit opzicht naar voorspelbaarheid en wil voorkomen dat de internationale concurrentiepositie van het Zwitserse bedrijfsleven wordt uitgehold. Vorig jaar kosten ingrepen op de valutamarkt de SNB 21,1 miljard frank. En in coronajaar 2020 was dat zelfs 110 miljard frank.

Is er een grens aan wat de bank kan doen om de 1 euro-grens te verdedigen? Ongetwijfeld, want in januari 2015 werd al onverwacht de grens van 1,20 euro losgelaten. Indertijd schoot de frank in één klap met ruim 15% omhoog. De verrassende renteverhoging onderstreept echter dat de SNB zich niet in de kaarten laat kijken. Voorlopig heeft het dus weinig zin om voor te sorteren op een hogere frank.

Topics