Gelijke stand! Voor het eerst in twintig jaar is de euro evenveel waard als een dollar. De koersen van munten uit opkomende landen dalen echter nog veel sneller ten opzichte van de Amerikaanse munt. In steeds meer gevallen gaat dat een echt probleem worden.
De afgelopen weken is al veel geschreven over de stijging van de dollar en de Amerikaanse renteverhogingen die achter die opmars schuilgaan. Er is echter een stuk minder aandacht voor de impact die de dollarrally heeft op de Nederlandse economie. De hoge benzineprijzen aan de pomp worden bijvoorbeeld meestal toegeschreven aan de sterk opgelopen olieprijs. Voor een vat Brent-olie moet je bijvoorbeeld bijna 100 dollar betalen, terwijl dat begin december minder dan 75 dollar was. Een prijsstijging van 33 procent dus voor olie. Maar in dezelfde periode is de dollar ook nog eens met ruim 13 procent gestegen. Dit zorgt ervoor dat olie in euro’s uitgedrukt meer dan 50 procent duurder is geworden. En dat geldt voor allerlei producten en diensten die in dollars worden verhandeld.
Dollar stookt inflatie op
Een dure dollar stookt zo de al hoge inflatie nog verder op. Maar wat er in Nederland en andere landen binnen de eurozone gebeurt, valt in het niet bij de pijn die opkomende landen voelen. De valuta’s van veel van dit soort landen zijn dit jaar namelijk nog veel harder gedaald in vergelijking met de dollar. In sommige gevallen is de nationale centrale bank net als de Amerikaanse Federal Reserve hard bezig om de rente op te schroeven. De toenemende recessievrees werkt echter ook hard door in de valutawereld. Het vooruitzicht dat de economische groei in de Verenigde Staten stevig terugvalt en dat Europa door de energiecrisis mogelijk zelfs een recessie tegemoet gaat, leidt ertoe dat veel partijen hun reserves liever aanhouden in harde valuta’s zoals dollars en euro’s.
Grote verliezers
Dit jaar behoren veel valuta’s van Oost-Europese landen tot de grote verliezers. Onder meer door de handelsrelatie met Rusland en de geografisch kleine afstand tot de Oekraïne-oorlog, is de Hongaarse forint in 2022 met 21% gedaald. Voor de Poolse zloty is dat 16% en de schade voor de Tsjechische kroon komt op 10%. Ook de Turkse lira staat onder grote druk. Als gevolg van een losgeslagen beleid om de inflatie van meer dan 70% onder controle te krijgen, is de munt sinds de jaarwisseling met 24% gedaald tot het laagste niveau ooit. Ook Colombiaanse peso daalde tot een nieuwe bodem ten opzichte van de dollar: -9%. En de Argentijnse peso werd zelfs 21% minder waard.
Groeipijn in opkomende wereld
Bovenstaande koersdalingen dreunen voor de betrokken landen harder door dan de terugval van de euro. Het wordt voor bedrijven uit opkomende landen namelijk steeds lastiger om nieuw kapitaal aan te trekken. Veel ondernemingen schrijven leningen uit in dollars. Maar door de opmars van de Amerikaanse munt zijn ze in eigen valuta’s steeds meer kwijt aan rentebetalingen en aflossingskosten. Dit is een belangrijke reden waarom de Wereldbank de groeiverwachting voor opkomende landen in 2022 al heeft bijgesteld van 6,3 naar 4,6 procent. Als de dollarstijging doorzet, is de volgende groeitegenvaller de opkomende wereld slechts een kwestie van tijd.