De valutamarkt weer in rustig, maar onzeker vaarwater

Post Picture
Post Picture

Publication date

map_visual_blog

Het is de eerste week sinds het losbreken van de COVID-19-crisis dat de centrale banken van de belangrijkste wereldeconomieën niet hebben ingegrepen. Dit betekent niet dat de economische situatie verbetert, maar eerder dat de financiële markten, met inbegrip van de wisselmarkten, wennen aan de nieuwe situatie die verband houdt met het coronavirus en aan de opeenstapeling van de slechte economische berichten.

We hebben te maken met een valutamarkt die gedomineerd wordt door technische schommelingen en relatief weinig reageert op de statistieken. De volatiliteit blijft sterk aanwezig voor de opkomende valuta (zoals de Mexicaanse peso en de Zuid-Afrikaanse rand), maar is aanzienlijk afgenomen voor de belangrijkste valutaparen. De afgelopen week evolueerde de EUR/USD ongeveer 170 punten, terwijl de EUR/GBP nagenoeg stabiel bleef rond een bereik van 100 punten. Zoals verwacht blijft het valutapaar EUR/CHF nog altijd dichtbij de grenswaarde op 1,05, dankzij het ingrijpen van de Zwitserse centrale bank. Deze bank zou in de eerste week van april bijna 7 miljard frank hebben uitgegeven om dit niveau vast te houden.

De terugkeer naar een beter beheerste volatiliteit van de belangrijkste valuta’s bevestigt het feit dat de markt niet meer in paniek is en dat de massale geldinjecties van de centrale banken - die voortgezet worden op het moment dat wij deze tekst schrijven - gezorgd hebben voor het creëren van een rustige, maar kwetsbare situatie. Kwetsbaar, aangezien de economische onzekerheid hoog blijft en er nog veel onduidelijkheden bestaan over het verloop van de sanitaire crisis. Het kan niet worden uitgesloten dat een tweede of derde golf, zoals in bepaalde Aziatische landen (met de invoering van een nieuwe lockdown in Singapore), opnieuw zal leiden tot het stilleggen van de economie van de ontwikkelde landen.

Het is nog te vroeg om een economische balans van de situatie op te maken. Het IMF heeft dit vorige week echter geprobeerd en de eerste resultaten zijn verbijsterend. Volgens de voorspellingen van de internationale organisatie zou de wereldeconomie zijn diepste recessie kennen sinds de Grote Depressie, met een inkrimping dit jaar van -3%. In de Verenigde Staten zou de krimp uitkomen op -5,9% en in Europa op -7,5%. Slechts twee landen zouden dit jaar eindigen met een positieve groei van het bbp: India en China, met respectievelijk +1,9% en +1,2%. Wat ongetwijfeld het meest opmerkelijk is, is dat Azië - normaal gesproken de motor van de wereldgroei - in 2020 en voor het eerst in 60 jaar, een nulgroei zou kennen. In de veronderstelling dat de epidemie niet terugkeert in de herfst en dat een goed monetair en budgettair beleid wordt ingevoerd, zou volgens het IMF de wereldgroei in 2021 weer op kunnen klimmen naar +5,8%.

De aankomende week zou nog steeds getekend moeten zijn door een lage volatiliteit van de valuta, aangezien het onwaarschijnlijk is dat de economische en sanitaire situatie verstoord zal zijn in vergelijking met de vorige week. De EUR/USD zou zich moeten blijven bevinden binnen de langetermijnvork van 1,07 en 1,12, waarden waarvan sinds de zomer van 2019 bijna zonder onderbreking sprake geweest is. De consolidatie zou op korte termijn plaats moeten vinden tussen een steun van 1,0702 en een weerstand van 1,1071. Dit zijn exact dezelfde niveaus als van de afgelopen 2 weken. Op een vergelijkbare manier zijn er weinig schommelingen te verwachten voor de EUR/CHF, die sterk blijft hangen rond de 1,05. De neerwaartse grondtendens van de EUR/JPY zou gehandhaafd moeten blijven, met het binnenkort bereiken van de laagste niveaus van 2016 en de zone van 115. Ten slotte is de langverwachte opleving van de Canadese dollar ten opzichte van de euro voorlopig uitgesteld, omdat de duurzame stijging van de prijs van een vat olie op zich laat wachten. De Brent registreert een daling van bijna 7% en de WTI van bijna 10% over de laatste 5 noteringen. Het overaanbod op de oliemarkt zou - in het beste geval - slechts rond eind april of begin mei gedeeltelijk verminderd worden, naar aanleiding van de recente overeenkomst om de productie van de OPEC te verlagen. Alleen vanaf dat moment is een opleving van de Canadese valuta mogelijk.

Belangrijke gebeurtenissen deze week:

  • 21/04 - EUR - ZEW Economische Sentiment Index in Duitsland
  • 23/04 - EUR - Manufacturing Purchasing Managers Index voor Duitsland
  • 23/04 - EUR - Europese Raad moet de door de Eurogroep genomen ondersteunende maatregelen valideren en een gecoördineerd herstelplan bespreken dat aanleiding zou kunnen geven tot een mutualisatie van de schuld
  • 24/04 - EUR - IFO-index voor Duitsland

Deze column is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.

 

Topics